
Lijst van proosten van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
De proost van Sint-Servaas was vanaf de vroege middeleeuwen tot aan het einde van het ancien régime de hoogste functionaris van het kapittel van Sint-Servaas. Hij had het tijdelijke beheer over de wereldlijke goederen van het kapittel, dus over alle bezittingen in Maastricht en ver daarbuiten. De zielzorg en geestelijke leiding van zijn mede-broeders, later kanunniken, viel onder de bevoegdheden van de deken van het kapittel. Aanvankelijk was Sint-Servaas een abdij en werd de functie van de proost uitgeoefend door een abt of lekenabt. De term abbas wordt bij Sint-Servaas voor het eerst in 820 gebruikt en blijft bij het kapittel nog tot de 10e eeuw in gebruik. Tussen 840-876 is voor het eerst sprake van een prepositus. Later, wanneer de abdij in de hoge middeleeuwen is omgevormd tot een kapittel van wereldheren, vindt eerst de term 'prepositus' ingang, en vervolgens de term 'proost'. Vanaf de 17e eeuw komt ook de titel 'hoogproost' voor. Tot in de 16e eeuw was het proostschap van het kapittel van Sint-Servaas in Maastricht vaak een 'opstapje' voor de hoogste geestelijke ambten in het Maas-Rijngebied.